Ionica Smeets

Hoogleraar wetenschapscommunicatie – Universiteit Leiden

Wil je koffie of thee?


Toen iemand de legendarische wiskundige Bertrand Russell vroeg of zijn pasgeboren kind een jongen of een meisje was, zou hij geantwoord hebben: “Ja, natuurlijk.” Ik weet niet of dit verhaal waar is, maar het klinkt vrij aannemelijk. Ik ken namelijk wiskundigen die de vraag “Wil je koffie of thee?” steevast met een triomfantelijk “Ja” beantwoorden. Mijn collega’s hebben een wat merkwaardig gevoel voor humor, en ze gebruiken taal anders dan de meeste mensen. Hun zinnen zijn logisch gezien volkomen correct, maar in de praktijk soms wat onhandig. Hoe kun je een gesprek met dit soort abstracte wezens voeren? En kun je ze toch nog te slim af zijn?

De taal van de wiskunde zit vol symbolen en formules en de dagelijkse taal van wiskundigen is al even ondoorgrondelijk. De kortste route naar hun werk beschrijven ze als “optimaal”. Hun huwelijk is met “aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid” gelukkig. En de kans dat ze meegaan naar de verjaardag van hun schoonmoeder is “kleiner dan epsilon”. Andersom gebruiken ze woorden als graaf en model voor wiskundige begrippen die niets met edelmannen of Doutzen Kroes te maken hebben. Wiskundigen houden vaak wel van taalgrapjes. Ik ken een hoogleraar die woorden met twee x-en verzamelt (zoals examinatrix of xerox). Een ander had in zijn dictaat gezet “Wiskunde is leuker als je denkt” en lachte hartelijk als een student onterecht mopperde dat het “leuker dan” moest zijn. Maar vraag een wiskundige om een paar pinda’s en je krijgt er precies twee. Het is soms moeilijk om met dit soort mensen om te gaan.

egg-653303_1920

Een van mijn favoriete moppen gaat over een vrouw van een wiskundige die hem vraagt om wat boodschappen mee te nemen: “Lieverd, wil je een pak melk halen? En als ze eieren hebben, neem je er dan zes mee?” Even later komt haar man terug met zes pakken melk. Vrolijk meldt hij dat de winkel eieren had. Hij heeft haar verzoek als een logische opgave geïnterpreteerd: als er eieren waren, moest hij blijkbaar zes pakken melk halen. (Overigens weet iedereen die met een wiskundige samenwoont dat het levensgevaarlijk is om zo iemand zonder boodschappenlijstje op pad te sturen.)

Voor iedereen die dit soort rechtlijnige wetenschappers tegenkomt, heb ik gouden tip. Door de juiste vraag te stellen, zorg je dat ze precies doen wat je wilt. Als je bijvoorbeeld koffie wilt schenken, dan werkt deze vraag goed: “Als ik u vraag of u koffie wilt, geeft u daarop dan hetzelfde antwoord als op deze vraag?” Als het slachtoffer ja zegt, dan wil hij dus koffie. En als hij nee zegt, dan wil hij ook koffie. Een ander antwoord zal niet snel bij een wiskundige opkomen en je kunt dus sowieso koffie inschenken. En waarschijnlijk vindt je gast het nog prachtig ook. Rare jongens die wiskundigen.

***

Dit bericht verscheen in September 2012 in De Redactie. Taalkundige Marc Oostendorp reageerde met deze blogpost op Neder-L.