Dag Ionica,
Zo’n anderhalf jaar geleden heb ik me aangesloten bij een wandelgroepje. We wandelen elke woensdagmorgen, van half 11 tot half 12. Onze wandeltrainer Eddie kiest elke week een ander parcours uit, dus elke wandeling is aangenaam anders. Wat de training ook zo prettig maakt, is dat het in dat uurtje nooit regent. Trainer Eddie benoemt dat ook geregeld: ‘Als wij lopen, regent het niet!’ Mijn vraag is: hoelang kan Eddie dit nog blijven zeggen en wanneer zullen wij toch onze paraplu’s moeten meenemen?
Henrieke Herber
Beste Henrieke Herber,
De afgelopen weken dacht ik vaak aan u en uw trainer Eddie als onze gang weer eens vol nadruppelende regenkleding hing. Heeft u het nog steeds drooggehouden tijdens uw woensdagse wandelingen?
Ik heb ook een vaste wekelijkse sportactiviteit van een uur: een bootcamptraining op dinsdagavond, bij ons in de wijk. De training gaat door zolang de weersomstandigheden niet levensbedreigend zijn. Wij hebben minder geluk dan uw wandelgroepje, want ik ben meermaals tot op mijn onderbroek natgeregend tijdens het sporten (bootcampen gaat iets minder makkelijk met een paraplu en een regenpak is ook al geen optie). Ik schat dat het tijdens 10 procent van de lessen regende in het afgelopen jaar.
Dat is in lijn met de data die Gerard Poels tussen 2008 en 2019 verzamelde voor zijn website hetregentbijnanooit.nl. Jarenlang fietste Poels vier keer per week drie kwartier heen en terug naar zijn werk – elke dag op dezelfde tijd, zonder smokkelen. Hij hield netjes bij wanneer het regende tijdens een rit. Na elf jaar meten concludeerde hij dat hij tijdens 9,7 procent van die ritten nat was geworden. Waarbij Poels droogjes opmerkte dat het dan vaak maar enkele minuten regende, dus dat het echt bijna nooit regent. Ik heb zelf toch een iets andere definitie van bijna nooit, maar dat geheel terzijde.
Poels linkt ook naar een aardig artikel van KNMI-expert Peter Siegmund over nat worden in Nederland. Hierin laat Siegmund op basis van data van 1906 tot en met 2004 zien wat de kans is op nat worden als je in een bepaalde maand een bepaalde tijd buiten bent. Twee uur buiten in april? Ongeveer 11 procent kans om nat te worden. Twee uur buiten in december? Ongeveer 22 procent kans om nat te worden.
Om het rekenwerk makkelijk te houden, ga ik dit alles iets vereenvoudigen en aannemen dat er tijdens uw wandeluurtje op woensdagochtend steeds 10 procent kans is op regen. Dan is het verwachte aantal woensdagen totdat u minstens één keer nat bent geworden slechts tien. Uw trainer Eddie en u hebben extreem veel geluk gehad. De kans op een anderhalf jaar durende aaneenschakeling van 78 regenloze wekelijkse woensdagse wandelingen is 90 procent tot de macht 78, oftewel 0,027 procent.
Wat ik me nu afvraag: weet uw trainer Eddie heel slim de wekelijkse route zo te plannen dat u precies om lokale buiten heen loopt? Of is de truc dat er op regenachtige woensdagen niet voldaan wordt aan het eerste deel van de zin: ‘Als wij lopen, regent het niet’? Bij het bootcampen weet ik dat een groot deel van mijn mededeelnemers nog nooit is natgeregend tijdens ons sportuurtje. Als het regent, dan bootcampen zij namelijk niet.
Deze column verscheen op 31 mei 2024 in de Volkskrant.
Nieuwe adviesvragen zijn van harte welkom. Liefst persoonlijke vragen die op het eerste gezicht he-le-maal niets met wiskunde te maken hebben. U kunt ze insturen via ionica@volkskrant.nl.
Lees hier ook de andere columns van de reeks.