Ionica Smeets

Hoogleraar wetenschapscommunicatie – Universiteit Leiden

  • Deze aflevering van de gadgetvrouw verscheen vandaag in de Volkskrant.

    Gelli baff verandert een badkuip vol water in gekleurde gelei. “De kids weten niet wat ze overkomt”, schrijft de producent. De gadgetvrouw neemt de proef op de som.

    Vorige week testte de gadgetman een planetarium voor zijn zoon en deze week dus alweer iets voor kinderen. We beloven dat er hier volgende week weer een speeltje voor volwassen staat. (En misschien is dit ook een goed moment om terloops te vermelden dat de gadgetman en ik geen stel zijn en dat we elkaars kinderen niet eens kennen.)

    Maar terzake: ik kocht gelli baff omdat ik de naam zo grappig vond. Mijn zoon van twee praat nog niet zo goed en zegt “baff” in plaats van “bad”. Het leek me leuk om eens wat gelli in zijn baff te gooien. Het idee deed me ook denken aan het bakje water met maïzena dat altijd goed is voor veel wetenschappelijk verantwoord speelplezier.

    In de verpakking van gelli baff zitten twee soorten poeder. Het ene verandert water in een gekleurde gelei. Het andere is oplosmiddel om weer water van de gel te maken. Bevriende ouders vertelden dat zij een paar jaar terug een variant zonder oplosmiddel kochten. De loodgieter heeft het waarschijnlijk nog steeds over die rare mensen met liters blauwe smurrie in hun leidingen.



    Volgens de gebruiksaanwijzing is één zakje poeder genoeg voor veertig liter water, een klein laagje water in een gewoon bad. Maar mijn zoon past nog in een ouderwetse tobbe, dus hij kan tot zijn schouders in de gelei. In theorie dan. Want in de praktijk weigert hij in de gel te stappen. Om hem niet te laten schrikken, meng ik het poeder door het water terwijl hij naast de tobbe staat. Langzaam wordt het knalblauwe water steeds dikker en klodderiger. Mijn zoon weet inderdaad niet wat hij meemaakt en kijkt argwanend toe.

    Ik geef het goede voorbeeld en stap met mijn voeten in de gelei. Dat voelt grappig: ik sta in een lekker warm bad vol traag bewegende drab. Als kind had ik dit geweldig gevonden. Mijn zoon geeft echter geen krimp en heeft geen zin om in bad te komen. Wel pakt hij een bakje om te spelen met de gel. Binnen een paar minuten is de halve badkamer bedekt onder een kleverige blauwe laag. Als ik een tijdje later besluit dat het mooi is geweest en het oplosmiddel erbij doe, klimt mijn zoon enthousiast in de tobbe. Gelei is blijkbaar prima om mee te spelen, maar niet om in te zitten. Zoals beloofd in de gebruiksaanwijzing is alles na afloop gewoon weg te spoelen. Alleen kost het wel flink wat tijd om alle tegeltjes weer blinkend schoon te poetsen.

    In de verpakking zit nog een tweede setje poeder en oplosmiddel. Dat bewaar ik voor als het lekker weer is. Misschien voor het kinderbadje, misschien voor losse bakjes om mee te spelen. Zolang ik maar niet nog een keer die blauwe smurrie uit alle hoeken van de badkamer hoef weg te halen.

    WAT: Gelli Baff, voor een badkuip vol gelei

    PRIJS: 12,90 (inclusief 4,95 verzendkosten)

    WAAR: www.trendyspeelgoed.nl.


  • Mijn zoon komt ook vaak mee naar lezingen. Nuja, zijn foto dan.
    Mijn zoon komt ook vaak mee naar lezingen. Nuja, zijn foto dan.

    De lezers van Mama Magazine kozen mij als een van de inspirerende moeders op de lijst FAB40. Supercool! De complete lijst en een foto van mij met mijn zoontje vind je in het januari-nummer van Mama Magazine.

  • Deze column verscheen in Technisch Weekblad.

    Het is de gemiddelde lezer van Technisch Weekblad misschien even ontgaan, maar vorige week
    verscheen de Emancipatiemonitor 2012. Met daarin goed nieuws over meisjes en techniek: op HAVO en VWO kiezen de laatste jaren steeds meer meisjes het profiel Natuur en Techniek. Op de HAVO steeg het percentage meisjes dat dit exacte vakkenpakket koos van tien procent in 2005 naar vierentwintig procent in 2011. Goed nieuws, al merkt de Emancipatiemonitor op dat dit zich (nog) niet vertaalt naar meer meisjes op de technische vervolgopleidingen. Sterker nog, op de universiteit daalde het aandeel meisjes bij bèta-studies zelfs een beetje. Al meldde de TU Eindhoven laatst trots dat dit collegejaar één op de vier eerstejaars een vrouw is, tegenover één op de zes het jaar daarvoor.

    Het is geen doel op zich om zoveel mogelijk meisjes richting techniek te lokken. Maar het is wel belangrijk om meisjes die exacte vakken leuk vinden, te stimuleren om er iets mee te doen. Er zijn helaas namelijk nog steeds te veel ouders en leraren die tegen zulke meisjes zeggen dat ze beter iets in de zorg kunnen doen. Omdat exacte vakken niets voor meisjes zijn.

    Om dat soort vooroordelen te bestrijden, ga ik een paar keer per jaar naar een middelbare school om te speeddaten met meisjes die voor hun profielkeuze staan. Deze week was ik in Alphen aan de Rijn. In kleine groepjes ontmoetten de scholieren verschillende vrouwelijke bèta’s: onder andere een industrieel ontwerper, een patholoog, een kankeronderzoeker en een natuurkundestudent. Na een korte introductie mochten de meisjes vragen stellen. Werk je wel met mensen? Mag je vaak naar het buitenland? Wist je altijd al wat je wilde worden?

    Ik vertelde eerlijk over mijn eigen twijfels toen ik vijftien was en dat ik toen maar besloot om een exact pakket te kiezen, omdat ik daarmee nog steeds elke vervolgstudie kon doen. En hoe blij ik nog steeds ben met mijn keuze, omdat ik nu als wetenschapsjournalist mijn perfecte baan heb gevonden. Na afloop zei een meisje dat ze voor de speeddate dacht dat ze cultuur en maatschappij wilde kiezen, maar dat ze nu toch twijfelde over een exact pakket. Heel goed.

    De school noemde de speeddates een groot succes. Vroeger zaten er hooguit één of twee meisjes bij de exacte vakken. Inmiddels is de verdeling bij het profiel Natuur en Techniek 50/50. Veel meisjes gaven aan dat de speeddate de doorslag had gegeven bij hun profielkeuze.

    Dus als je dit leest als vrouwelijke ingenieur, overweeg dan om ook eens naar een school te gaan. Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek VHTO organiseert dit soort speeddates door heel Nederland. Ze geven je tips hoe je met de pubers moet omgaan en praktisch advies als “trek geen kleding aan die vooroordelen over bèta/technische beroepen bevestigt (zoals een overall)”. Ze zoeken altijd meer rolmodellen, dus meld je vooral aan. En wie weet kan de TU dan over een paar jaar melden dat de helft van de student een vrouw is.

  • Snel rijk worden met roulette, wie wil dat nou niet? Ingrid Flieger bedacht een systeem waarmee ze naar eigen zeggen altijd wint. NWT loopt een avondje met haar mee in het casino en kijkt met een wiskundig oog de kunst af.

    Door Ionica Smeets

    Het is rustig in het casino als we op een woensdagavond iets na achten binnenkomen. “Kijk, die tafels zijn niet eens open”, wijst Ingrid Flieger. Minstens twee avonden per week is zij in het casino te vinden. Ze ziet er niet glamoureus uit: spijkerbroek, makkelijke schoenen, beige jasje. “Mijn werkkleding”, grapt ze, “met veel zakken voor de fiches.” Pijlsnel scant ze de laatste uitslagen bij de roulettetafels: “Aan die tafel hoef ik de komende beurten niet te spelen.” Flieger bedacht een eigen systeem en speelt minstens twee avonden per week. “Het is soms zweten, maar het afgelopen jaar ben ik nog nooit met verlies naar huis gegaan.” Heeft zij echt een manier gevonden om het casino te verslaan?

    (meer…)