Ionica Smeets

Hoogleraar wetenschapscommunicatie – Universiteit Leiden

  • Het eind van het jaar nadert en het grote terugkijken is begonnen. Allerlei instanties kiezen hun woord van het jaar, sporter van het jaar, of boom van het jaar. Eigenlijk kun je het zo gek niet verzinnen, of er is een van-het-jaar-verkiezing voor. Behalve voor getallen. En dan terwijl getallen toch een niet te onderschatten rol spelen in ons leven. Van persoonlijke sportrecords tot grote politieke getallen. En dat soort getallen zijn een prima manier om een jaar te beschrijven.

    Daarom organiseerde ik in december 2017 een geïmproviseerde getal-van-het-jaar-verkiezing. Samen met statisticus Casper Albers en en getallengek Casper Hulshof vormde ik de jury en na een lang en verhit debat kozen we 225 als hét getal van 2017. Zoveel dagen duurde namelijk de moeizame formatie vorig jaar, een record, en 225 beschrijft al die maanden dat we ons afvroegen of er ooit nog een regering zou komen.

    In 2018 begonnen we eerder met de voorbereidingen van onze verkiezing en we breiden de jury uit met cabaretier Jan Beuving en studente Stefanie Brackenhoff. Stefanie bouwde de website getalvanhetjaar.nl waarop iedereen zijn getal van her jaar kan inzenden.

    De Wereld Draait Door lanceerde de verkiezing anderhalve week geleden met een tafel vol bekende Nederlanders die hun getal van het jaar nomineerden. Britt Dekker die prime-time op nationale televisie over percentages praatte is één van mijn persoonlijke hoogtepunten van 2018. Zij nomineerde overigens 46%, omdat dit jaar 46% van de Nederlanders bewust probeerde om minder vlees te eten.

    Inmiddels zijn er al honderden getallen ingezonden en die geven een prachtig beeld van 2018. De 16 minuten die het kost om met de eindelijk geopende Amsterdamse Noord/Zuidlijn van noord naar zuid te reizen. Het nummer 33 van Max Verstappen. De 354 vmbo-leerlingen in Maastricht waarvan de examens ongeldig werden verklaard en die maanden in spanning zaten.

    Er waren ook lollige inzendingen: iemand stuurde zijn pincode en een ander zijn telefoonnummer met het verzoek om hem te bellen. Ook leerde ik dat er een meme bestaat om op Twitter te reageren tweets waarin 69 staat met het woord ‘Nice’, dankzij allerlei mensen die 69 met als verklaring ‘Nice’ instuurden.

    Verder ontdekte ik dat 269 symbool staat voor de veganistische beweging – al is het voor deze verkiezing wel jammer dat dit getal komt van kalf 269 dat in 2013 bevrijd werd door activisten. Verschillende mensen nomineerden een jaartal, zoals het voor de hand liggende 2018, maar ook 2019 werd genoemd omdat je naar de toekomst moet kijken. Eén iemand suggereerde dat het Orwelliaanse 1984 het afgelopen jaar het beste samenvat met de beïnvloeding bij verkiezingen en de nieuwe privacywet.

    Mooi zijn ook de persoonlijke getallen, zoals de acht van een stel dat hun dochter de eerste keer zag als een 8-cellige embryo, het meisje werd vervolgens op 8-8-18 geboren. Of de oma die overleed op 88-jarige leeftijd waarna haar kleinkind overal 88 terugziet in rekeningen en bingonummers.

    Kortom: er zijn zoveel getallen die bij 2018 horen. Wat is voor u het getal van het jaar? Laat het ons voor 9 december weten via getalvanhetjaar.nl en wie weet kroont de jury uw getal tot hét getal van 2018.

    Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

    Lees hier de uitslag van de wedstrijd.

  • Georgina Verbaan kwam vorige week dit mysterieuze gedicht tegen in een bundel:

    Verbaan snapte er naar eigen zeggen ‘natuurlijk’ niets van en vroeg me via Twitter of dit wat was.

    Zelf kon ik er ook geen touw aan vastknopen, maar al snel dachten er op Twitter allerlei mensen mee. Edwin Martin merkt op dat Christiaan Huygens pas in 1629 is geboren – terwijl het gedicht uit 1628 lijkt te komen. Al snel volgen verschillende reacties dat het zijn vader moet zijn: de dichter Constantijn Huygens. Wetenschapshistoricus Arjen Dijkstra voegt hieraan toe dat deze Huygens op 4 september jarig was. Zou dat de clou zijn van het gedicht? Maar dan melden diverse mensen dat dit gedicht geschreven is door P. G. Witsen Geysbeek, het staat in zijn boek Puntdichten uit 1809. Wat doet Huygens dan bij dit gedicht?

    Terug naar de tekst zelf. Als je die op de juiste manier voorleest, dan rijmt heel op deel en negen op gekregen. De sommen staan in een wat wonderlijke notatie. In de eerste regel is duizend het ‘heel’ en als het in de volgende een half gaat, dan is dat dus 500 (zoals tussen haakjes erbij staat). Daar komt dan nog eens een heel keer honderd bij, één maal tien en dan twee maal negen. Dat is 628, wat samen met die eerste duizend het jaar 1628 geeft. Arnold Scheepers merkt op dat de onderstreepte getallen de uitkomsten zijn van de vergelijkingen direct ervoor. Sander Niemeijer voegt daaraan toe dat ‘½ deel’ in de voorlaatste regel waarschijnlijk betekent dat je één deelt door ½. Dat verklaart hoe je voor ‘6-½ deel’ op vier komt.

    De hele discussie blijkt Georgina Verbaan nog verder te ontmoedigen: ‘Godsamme jongens, ik denk ik vraag Ionica even wat er in mijn bundeltje staat en nu zit ik met nog meer vragen en voel ik mij nóg stommer.’ Nergens voor nodig, want ook ik heb nog steeds geen idee wat dit met Huygens te maken heeft en waar die datum naar verwijst.

    In de digitale bibliotheek voor Nederlandse letteren zoek ik naar informatie over de gedichten van Constantijn Huygens. Dan vind ik de ontbrekende antwoorden in het Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters van, jawel, P. G. Witsen Geysbeek in een hoofdstuk over, jawel, Constantijn Huygens.

    Mathematische poëzy blijkt een pastiche op een gedicht van Constantijn Huygens over hoe Prins Frederik Hendrik op 4 september 1628 naar Breda vertrok: ‘Twas Maendagh, en de Maen aen ’tvoorste vierendeel;
’Twas mijn dagh, en mijn maend; en ’t jaer eens dusend heel, Eens half, eens hondert heel, eens thien, en tweemael neghen, Als Frederick…

    Ha, daar ging die datum dus over! En die verjaardag van Constantijn Huygens zit hierin verstopt als ‘Het was mijn dag en mijn maand’, gevolgd door de som om tot 1628 te komen. P. G. Witsen Geysbeek schertste dus met de omslachtigheid van deze beschrijvingen in het gedicht dat Georgina Verbaan tegenkwam.

    De moraal van dit alles: het is nergens voor nodig om je stom te voelen als je iets wiskundigs tegenkomt dat je niet begrijpt. Vaak moeten wiskundigen zelf ook een dagje op zoiets puzzelen – met hulp van een boel anderen.

    Deze column verscheen op 2 juni 2018 in de Volkskrant.

  • Wat is er bij jou veranderd in de afgelopen zeven jaar? Bij mij is het nogal veel. In 2011 was Tex een baby en begon ik met deze column – toen nog in het tijdschrift Kinderen. Ik was destijds zzp’er en koos mijn werk volgens de 3 P’s: poen, prestige en plezier. Alles dat ik deed moest minstens twee van de drie p’s opleveren. Want ik moest geld verdienen, ik wilde een goede naam opbouwen en ik vond het belangrijk om voldoening uit mijn werk te halen. Met deze column lukte dat alledrie: een zeldzame combinatie.

    Er veranderde nogal veel in de tussenliggende jaren. Han ging in de off-shore industrie werken en vloog de wereld over. Tex leerde lopen en praten. We kochten een huis met een tuin. Ik maakte tv-programma’s en werd steeds vaker herkend op straat. Mijn moeder kreeg borstkanker en werd nooit meer de oude. Maar ik zo blij dat ze er nog is, want er gingen veel lieve mensen dood de afgelopen jaren. Tex ging naar school. Rifka werd geboren. Han begon aan een opleiding tot klinisch fysicus. We kochten onze eerste auto. Ik werd benoemd als hoogleraar en ging weer vier dagen aan de universiteit werken.

    En al die jaren schreef ik hier maandelijks over wat me in mijn gezin bezighield en zocht uit wat de wetenschap daarover te zeggen had. Over kleine vragen als ‘Wat doe je bij een luizenplaag?’ (kammen, kammen en nog eens kammen) en over grote vragen als ‘Zijn mensen zonder kinderen gelukkiger?’ (dat blijkt ingewikkeld te liggen, zoals vaak bij de echt grote vragen). Voor Kek Mama schrijven was een feest. De redactie maakte mijn tekst vaak net even iets soepeler, stuurde lovende reacties enthousiast door en fleurde me op als er boze brieven kwamen.

    Alleen kwam er in de tussentijd van alle kanten meer werk bij. Steeds vaker zit ik ’s avonds of in het weekend achter mijn laptop terwijl Han iets leuks doet met de kinderen. De regel van de 3P’s voldoet niet meer. Want al dat werken gaat ten koste van mijn tijd met Han, Rifka en Tex. Daarom is dit mijn laatste column hier. Hoe jammer ik dat ook vind. Maar uiteindelijk doe ik liever iets leuks samen met mijn gezin dan dat ik alleen op zolder een stukje zit te typen over hoe leuk het is om dingen met dat gezin te doen.

    Eén ding weet ik namelijk zeker: over zeven jaar is het 2025. Dan zal er weer heel veel veranderd zijn. Maar als alles goed gaat, wordt Tex dat jaar vijftien en Rifka tien. De tijd tikt genadeloos door en je moet zelf zorgen dat die niet als los zand door je vingers glijdt. In plaats van de 3 P’s wens ik jullie veel succes, geluk en vooral tijd voor dingen die je belangrijk vindt.

    Deze column verscheen eerder in Kek Mama.

  • In navolging van de verkiezingen voor het Woord van het Jaar en de Internationale Statistiek van het Jaar heeft Ionica de verkiezing voor het Getal van het Jaar 2018 georganiseerd met Casper Albers, Casper Hulshof, Jan Beuving en Stefanie Brackenhoff. In deze verkiezing gingen ze op zoek naar het getal dat het jaar het beste samenvatte en de leukste link had met 2018.

    De winnaar van 2018 is:

    38,2

    Graden, de hoogste temperatuur gemeten in Nederland in de zomer van 2018.

    Meer informatie op de website van het Getal van het Jaar.