Weekblad Donald Duck stond in het teken van wiskunde en dat vierde het blad met een speciale gast. Hoogleraar Wetenschapscommunicatie Ionica Smeets was namelijk te zien als Pionica Smeets, voorzitster van de Duckstadse Algebra-ver1niging.
-
-
1. Hoe toen de treinen waren gestrand allerlei mensen elkaar thuisbrachten met #stormpoolen. Zo belandde ik op weg van Utrecht naar Leiden in een auto met twee onbekenden die allerlei vrienden van mij bleken te kennen via, jawel, sterrenkunde-zomerkampen.
2. Collega’s die meedachten over mijn onderzoek, constructief commentaar gaven op mijn artikel en daarna zeiden dat dit normaal was en dat hun naam heus niet bij de auteurs hoefde.
3. The Good Place op Netflix. Het was even inkomen, maar daarna werd het hardop lachen.
4. Dat ik bij bij een lezing over wetenschapscommunicatie aangevallen werd door een stuurse wiskundestudent die mopperde dat het tijdverspilling is om wiskundige ideeën te delen met het algemeen publiek. En dat toen topwiskundige Ingrid Daubechies in de zaal bleek te zitten en opstond om hem de les te lezen en uit te leggen hoe belangrijk wetenschapscommunicatie is.
5. Die middag dat er op het verder lege terras van Five Guys precies vijf mannen aan een tafeltje zaten.
6. Hoe ik dankzij DJ St Paul een uurtje mijn lievelingsmuziek mocht draaien op Best Kept Secret en dat toen iedereen los ging op Campus van Vampire Weekend.
7. Dat de Technische Universiteit Delft me uitriep tot alumnus van het jaar 2018, terwijl ik toch niet het prototype ingenieur ben. En hoe mijn vader, die óók ingenieur is, stralend van trots vooraan zat bij de prijsuitreiking.
8. Less van Andrew Sean Greer, ongetwijfeld de vrolijkste Pulitzerprijswinnende roman in jaren.
9. De drie tellen waarin ik eindelijk rechtop stond op mijn surfbord nadat ik voor het tweede jaar lessen golfsurfen volgde.
10. Dat ik totaal onverwacht in de Donald Duck stond – als Pionica Smeets met een kekke toga en een mopsneus. Deze voorzitster van de Duckstadse Algebra-Ver1niging organiseerde een wiskundewedstrijd waar half Duckstad aan meedeed. Guus Geluk won vanzelfsprekend.
11. Hoe mijn zoon vervolgens totáál niet onder de indruk was toen hij die week zijn Donald Duck las: ‘Jaja, het drie-deuren-probleem, daar heb je het zo vaak over, mama. Oh kijk, een leuk verhaal over Willy Wortel.’
12. Dat er zoals elk collegejaar weer een nieuwe lading studenten de collegezalen binnenstormde met verse idealen en plannen om de wereld te veroveren.
13. Dat mijn verjaardag een palindroom-datum was.
14. Half oktober in een zomerjurkje in de tuin zitten en daarbij De laatste dans (Dansen op een vulkaan) neuriën.
15. De optimistische zienswijze van mijn collega Noelle Aarts, hoogleraar Socio-Ecologische Interacties. Tijdens een gastcollege legde ze uit dat mensen heel slecht zijn in het voeren van een dialoog met mensen die anders denken dan zijzelf. Waarop Aarts concludeerde dat dit héél goed nieuws was, want daardoor viel er nog veel te verbeteren.
16. King Lear van Toneelgroep Maastricht – zo geestig, zo mooi.
17. Dat er in mijn vriendenkring minder begrafenissen waren dan in 2017.
18. Het idee dat er een rangorde te maken is van al die grote en kleine vrolijke momenten en dat je daarmee kunt aanwijzen wat het vrolijkste van 2018 was.Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
-
In het ruim honderd jaar oude verhaal Het apenpootje van W.W. Jacobs mag de eigenaar van een gemummificeerd apenpootje drie wensen doen. Een man vraagt tweehonderd dollar om zijn hypotheek af te lossen. Dat bedrag krijgt hij, maar wel als smartengeld voor zijn geliefde zoon die op gruwelijke wijze verongelukt. De andere twee wensen gaan niet veel beter, want het apenpootje blijkt vervloekt – mensen moeten zich namelijk niet bemoeien met hun lot.
Ik ontdekte Het apenpootje via een blogpost over kunstmatige intelligentiesystemen die niet doen wat de bedoeling is. Vorige week schreef Laurens Verhagen in Sir Edmund een lang stuk over hoe computersystemen onbedoeld allerlei vooroordelen overnemen uit de trainingsgegevens die mensen erin stoppen. Kunstmatige intelligentie-onderzoeker Victoria Krakovna verzamelt op haar blog voorbeelden van een andere categorie ongewild gedrag: systemen die een oplossing vinden die letterlijk genomen keurig aan de opdracht voldoet, maar totaal niet is wat de menselijke ontwerper bedoelde.
Neem bijvoorbeeld de robotarm die moest leren om een pannenkoek vanuit een pan op een bord te werpen. Als eerste stap programmeerde de maker de arm zo, dat een sessie eindigde als de pannenkoek op de grond viel en de robot punten verdiende voor de tijd dat de sessie duurde. Het doel was om zoveel mogelijk punten te halen. Het idee was dat de robot de pannenkoek daardoor lang in de pan zou houden. Helaas: het resultaat was dat de robotarm de pannenkoek zo ver mogelijk weggooide, om de tijd in de lucht te maximaliseren.
De lijst van Krakovna staat vol met dit soort heerlijke voorbeelden. Een robotarm die een blokje op een gemarkeerde plek op een tafel moest zetten, bereikte dit door de complete tafel te verplaatsen. Een programma dat zijn eigen antwoord moest vergelijken met het juiste antwoord in een tekstbestand, verwijderde vrolijk dat antwoordbestand. Daarna hoefde het verder niets te doen, want het juiste antwoord was nu immers ‘niets’. Kunstmatige intelligentie die moest leren hoe ze een strategisch computerspel kon winnen, ontdekte dat het soms meer punten opleverde om het spel te laten crashen. Dus verzon ze allerlei trucs om het spel te laten vastlopen.
Ik herken mezelf heel erg in deze computersystemen. Bij spelletjes zoek ik ook graag naar manieren om te winnen die technisch gezien mogen volgens de regels, maar duidelijk niet de bedoeling zijn. Ik ben ook wel eens gebeld door de producent van een televisiequiz die overwoog een spelregel te veranderen. Voor de zekerheid wilde hij even vragen wat ik dan zou doen als kandidaat. Na even denken kwam ik met een bloedirritante strategie, waarop de producent in kwestie besloot om de regel dan maar te houden zoals hij was.
Onhandig gemaakte regels zijn het probleem bij al die voorbeelden van ‘verkeerd’ gedrag van computersystemen. De echte fout zit natuurlijk bij de mensen die de doelen en beloningen onhandig formuleren. Een computersysteem gaat niet, zoals een Ionica zou doen, bewust de regels verkeerd interpreteren om te winnen. Dus hoe moet je dit gedrag dan noemen? In de reacties onder de blog kwam ene Alex Foster met de schitterende suggestie: apenpootjes. Naar dat verhaal van meer dan honderd jaar geleden. Als je wensen totaal verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden, dan is het de vraag of het verstandig is om een wens te doen.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
-
Daar zaten we dan met onze jury bij De Wereld Draait Door om het Getal van het Jaar bekend te maken. Op 11 december. En dat terwijl jurylid Casper Albers eens een vernietigende analyse maakte van eindejaarslijsten die verschijnen vóórdat het jaar is afgelopen. Op 11 december waren we op 95% van het jaar, dus er was een kans van 5% dat hét getal van 2018 nog moest komen.
Maar ja, hier gold een speciale versie van de wet van de grote aantallen: voor meer dan een miljoen kijkers besloot de jury de gok te wagen en de winnaar toch maar vast bekend maken. Allerlei mensen hadden ons een pleidooi voor hun favoriete getal gestuurd en uit de meer dan duizend nominaties kozen wij de drie getallen die 2018 het meest typeerden. Brons ging naar de 1.900.000.000 euro die de afschaffing van de dividendbelasting zou kosten en stond voor de eindeloze politieke discussies daarover. Zilver was voor Maarten van der Weijden en de heroïsche 163 kilometer die hij zwom tijdens zijn elfstedenzwemtocht om geld in te zamelen voor kankeronderzoek. Het goud ging naar 38,2 graden – de hoogst gemeten temperatuur deze zomer in het Limburgse Arcen. Veel inzenders koppelden die eindeloze, warme zomer van 2018 aan klimaatverandering en het stijgende gevoel dat we iets moeten doen voor het te laat is.
Anderen drukten dat gevoel uit in het recordaantal van 55 officiële zomerse dagen, of de hoogste gemiddelde zomertemperatuur sinds 1706, of de 335 zonuren waarmee juli de zonnigste maand ooit gemeten was. Uiteindelijk won 38,2 graden omdat je je nu eenmaal makkelijker iets kunt voorstellen bij zo’n snikhete dag waarop zelfs de wind je niet verkoelt dan bij andere meer abstracte getallen. Iemand stelde al voor om die iconische 38,2 groot op een muur in Arcen te schilderen.
Prachtig, maar de jury bleef voor de zekerheid de getallen toch nauwlettend in de gaten houden na de bekendmaking. Stel dat er een nog betere zou komen. Op 16 december las ik bijvoorbeeld dat een slimme zakenman 18.152.868 euro kreeg van ProRail voor stukjes grond langs het spoor – terwijl hij in 2010 nog tien miljoen euro tóe kreeg van de NS om die stukjes grond over te nemen. Heerlijk en typisch Nederlands, maar gelukkig geen top-drie-materiaal.
Britse statistici maakten in de tussentijd bekend dat wat hen betreft 90.5% de internationale statistiek van het jaar is: het percentage van plastic afval dat nooit is gerecycled. Scientific American publiceerde een nummer met de grootste verhalen over wetenschap van 2018. Alleen bleek dat tijdschrift helaas gedrukt net vóórdat het nieuws over de Chinese genetische gemodificeerde baby’s bekend werd en zo misten ze één van de wetenschappelijke verhalen waarvoor 2018 herinnerd zal worden.
Inmiddels durf ik bijna rustig adem te halen. Deze column verschijnt op 29 december – nog maar twee dagen te gaan. Ik denk dat we inmiddels redelijk veilig zitten met onze top 3. Mark Rutte gaat vast geen plan meer verzinnen dat meer dan 1.900.000.000 euro kost, niemand zwemt nog snel meer dan 163 kilometer in Friesland en warmer dan 38,2 graden gaat het óók niet meer worden. Nee, zolang er geen grote ramp plaatsvindt de komende dagen, zitten we goed met deze getallen. Dus laten we dus hopen dat het bij deze top drie blijft voor 2018.
Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.
Lees hier de eerdere column over dit onderwerp.