Ionica Smeets

Hoogleraar wetenschapscommunicatie – Universiteit Leiden

  • Hieronder leest u het NeFCA verslag geschreven door Julie Schoorl over het Gala van de Wetenschap & Samenleving, wat plaatsvond op pi-dag (14 maart) 2022. Ionica was samen met Jim Jansen host van het Gala.

    On pi-day, the 14th of March, the very first edition of the Gala of Science and Society took place in a sold-out Stadsgehoorzaal in Leiden, the City of Science of 2022. Hosted by University of Leiden’s science communication professor Ionica Smeets and chief editor of New Scientist Jim Jansen, this event was all about the conversation between -you might have guessed- science and society. Over 800 people were present and the audience consisted of a mix of scientists, journalists, policy makers and citizens. The invited speakers came from various (scientific) backgrounds and entertained the audience with various engaging talks. Virologist Marion Koopmans thanked everyone for being part of the largest epidemiological experiment in history, chemist and Nobel-prize winner Ben Feringa emphasized the importance of curiosity and physicist Ivo van Vulpen acknowledged complicated contradictions in theory coming from Einstein and Hawking and how this led us to connect the small with the large.

    New Scientist chief editor Jim Jansen and professor Ionica Smeets hosted the evening with entertaining intermezzos and interviews. Picture by Bob Bronshoff

    Apart from professors offering new scientific insights, there were various scientists invited to the stage who have been working in the field of (science) communication for a long time – representing NeFCA at this large event. Professor of Artificial Intelligence and Society Claes de Vreese from the University of Amsterdam discussed the worrisome yet simultaneously fascinating developments of AI and what (dangerous) implications this might have for society. As an example, he mentioned the deepfake videos that are now produced ever more rapidly and spread on the Internet. Such a development introduces risk, as it becomes increasingly difficult to determine what (or who) is real and what (or who) is not. This could possibly impact important societal phenomena like democratic voting polls, which is why De Vreese is very motivated to continue his research.

    Professor Claes de Vreese emphasizes the thrilling opportunities and possible dangerous risks that Artificial Intelligence imposes on us as society. Picture by Bob Bronshoff

    Following his talk, behavioural scientist Reint Jan Renes, lector at the Amsterdam University of Applied Sciences, appeared on stage. He focused on the attempts to change behaviour in relation to climate change. Renes made the audience aware of the apparent disconnect between the thoughts and intention to change behaviour and the realization of genuinely changing that behaviour. He prompted the audience to formulate one simple and small resolution that they should share with their environment, such as making the promise to eat less meat, in order to make that small step forward towards a better climate.

    Behavioural scientist Reint Jan Renes encourages the audience to participate in the ‘’Green Shift’’ to combat climate change. Picture by Bob Bronshoff

    Apart from talks related to societal issues like democracy and climate change, there were also engaging battles and quizzes to entertain the audience. Margriet van der Heijden, physicist, science journalist and professor of Science Communication at Technical University Eindhoven, was able to show the misconceptions and underrepresentation of women in science. She had created an interactive Kahoot! Quiz that revealed that the audience surprisingly underestimated the representation of women in science, while it also revealed a lack of factual knowledge about women in science in the past. This activity was quickly followed by a dynamic battle between quantum physicist Julia Cramer and cognitive neuroscientist Barbara Braams, who were representing the natural sciences and the social sciences respectively. They both had to essentially ‘sell’ their field of science to the audience by describing world-changing ideas and most inspiring studies within their field. The audience seemed to slightly favour the natural sciences, as was proven by measuring the noise (read: applause and cheering) made by de crowd. However, both contestants managed to convey their enthusiasm and stress the importance of the discoveries and ongoing research in their respective fields.

    While the battle had shown that the audience was capable of making noise, professor Ionica Smeets managed to induce a striking silence during her monologue about the flaws that still linger in the field of science communication. She emphasized the need to listen to conversational partners, even if one does not agree with them, and the urgency to aim communication towards those people that are in need of information, not just the groups that are easiest to reach. The monologue was reinforced by the accompaniment of a soundscape by pianist Tom Dicke. This musical intermezzo managed to highlight both the importance as well as the exciting possibilities of science communication.

    The first edition of the Gala of Science and Society, hosted in Leiden, City of Science 2022. NeFCA was one of the main partners. Picture by Bob Bronshoff

    The variety of talks, the interactive elements and the enthusiasm of the two hosts resulted in a successful event. Many chats ensued, both formal and informal, between various audience members. Everyone left the Stadsgehoorzaal a little more informed and -hopefully- a little better equipped to communicate in informal and academic contexts.

    Julie Schoorl

  • De Volkskrant vroeg alle columnisten een column van tweehonderd woorden te schrijven over het thema ‘democratie’. Alle columns zijn hier te vinden. Ionica haar bijdrage leest u hieronder:

    Bij een voorgaande columnistenmarathon had ik een meningsverschilletje met de eindredactie. Mijn column was langer dan de voorgeschreven tweehonderd woorden – en dat mocht niet. ‘Past hij daadwerkelijk niet?’, informeerde ik bij de dienstdoende eindredacteur. Ik wist namelijk dat ik gemiddeld kortere woorden gebruik dan talloze collega’s, zeker omdat ik veelvuldig priemgetallen en cijfercombinaties opsom. Zowel ‘7’, ‘arbeidsongeschiktheidsverzekering’ als ‘meervoudigepersoonlijkheidsstoornis’ tellen als één woord. Mijn tegenargumenten werden gediskwalificeerd: ‘Alle columnisten zijn gelijk en hebben recht op tweehonderd woorden.’

    Deze controlemaniak kortte mijn columnistenmarathoncolumn genadeloos in. Vervolgens verscheen die naast een column van tweehonderd woorden die anderhalf keer zo lang was als mijn verhandelingetje. Ik wenste mijn breedsprakige collega en zijn ellenlange, opgezwollen, bombastische woorden een enkele reis richting Gasselterboerveenschemond. (Ik wilde eerst Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch schrijven, maar ik moet deze column ook hardop voordragen bij de columnistenmarathon.)

    Ook oneerlijk: Aaf Brandt Corstius en Sander Schimmelpenninck pakken met hun namen veel meer ruimte dan Eva Hoeke en Joost Zaat. Tijd voor represaillemaatregelen! Bij deze gelegenheidscolumn buitte ik mijn tweehonderd woorden superpietepeuterig uit met een bovengemiddelde hoeveelheid zeslettergrepige samenstellingen.

    Zo gaat het ook in een democratie. Gelijkheidsprincipes zijn prachtig, maar als je iedereen dezelfde rechten geeft, betekent dat nog niet dat iedereen ook hetzelfde krijgt.

  • ‘Het is echt belachelijk dat je niet mag autorijden als je een paar wijntjes ophebt. Waar bemoeit de overheid zich mee? Het is mijn leven en mijn auto en ik kan zelf heus wel inschatten of ik nog goed genoeg kan rijden.

    Ja ja, er zijn inderdaad ook andere mensen op de weg. Maar goed, als je niet op tijd kunt wegkomen als ik eens een klein beetje uit mijn baan rijdt, ja, dan vraag je ook wel een beetje om. Dan moet je ook maar niet gaan fietsen als je zo kwetsbaar bent. Zo iemand had net zo makkelijk zelf in een sloot kunnen rijden. Wie zegt dan dat het mijn fout is?

    Wist je dat het allemaal enorm meevalt met de gevolgen van alcohol in het verkeer? Hooguit 23% van de dodelijke slachtoffers zou door alcohol in het verkeer komen. Nou, dat is een lager percentage dan van de limoncello die ik net nog had, ha. Doe mij er trouwens nog maar één.

    Verreweg de meeste doden in het verkeer vallen dus zonder dat er iemand te veel alcohol op heeft. Bij 77% van de slachtoffers heeft er helemaal niemand iets gedronken. Eigenlijk is het dus veel gevaarlijker om zoals jij cola te drinken en dan te gaan rijden. Ik las laatst nog dat alcohol je scherper maakt, dat zal het zijn.

    Wat zeg je? Oh, jij denkt dat dit een slechte vergelijking is omdat minder dan 23% van de bestuurders dronken achter het stuur zit? Nou, spreek voor jezelf, hahaha. Wat mompel je nu? Heeft het SWOV berekend dat een automobilist bij een bloedalcoholgehalte van 1,5 ‰ een twintig keer zo hoog risico op een ongeval heeft? Wat een grappig woord is dat: SWOV, SWOVVVV, SWOVVVVVV. Maar goed, wie zijn die lui van dat ‘nationaal wetenschappelijk instituut voor verkeersveiligheidsonderzoek’? Waarom geloof jij die zomaar? Wie betaalt hen?

    Trouwens, ik lees ook allerlei wetenschappelijke studies. Zo las ik laatst dat ik helemaal niet in een risicogroep val, want mensen van mijn leeftijd hebben juist minder vaak ongevallen. Daar heb je niet van terug hè? Daarbij drink ik alleen maar natuurlijke producten en die zijn hartstikke goed voor je, dat is ook bewezen. Bier komt van hop, wijn van druiven, limoncello van limoenen. Ik ben hier heel gezond bezig. Heb je wel eens opgezocht hoeveel chemische stoffen er in die cola van jou zitten? Doe eens je eigen onderzoek. In de middeleeuwen dronk iedereen bier, zelfs kinderen. En zeurde er toen iemand over ongevalsrisico? Nee hè?

    Denk ook eens aan de risico’s die ik loop als ik nu *niet* naar huis rijd. Als ik hier de hele nacht blijf, dan kan er ook van alles misgaan. Deze kroeg kan afbranden, ik kan van de trap vallen, levensgevaarlijk allemaal. Dan kun je beter met een paar biertjes, of met een paar biertjes, wat wijntjes en twee limoncello op lekker naar je eigen veilige huis rijden. Je moet je niet zo gek laten maken door wat je in de mainstream media leest, joh.

    Waarom bel je nou een taxi voor jezelf? Je kunt toch gezellig met me meerijden?’

    Deze column verscheen op 5 november 2021 in de Volkskrant.

  • Mijn moeder overleed net voor kerst. Ze is 65 geworden. Te jong, maar meer dan we hadden durven hopen toen ze anderhalf jaar geleden terminaal ziek bleek. We kregen nog wat bonustijd cadeau – maanden die ondanks alles een gouden randje hadden. Want ze was er nog, ze was er nog.

    Herinneringen verdichten zich zo als iemand dood is. Allerlei dingen die met de overledene te maken hebben, komen naar boven en krijgen extra betekenis. Er is niemand aan wie ik meer herinneringen heb dan aan mijn moeder. We waren zo hecht. We zagen elkaar veel en als we niet bij elkaar waren, dan waren er lange telefoongesprekken, appjes en brieven. Deze week exporteerde ik onze appjes om ze goed te bewaren, het werd een document van van 1.814 pagina’s. In mijn hele leven heb ik nooit langer dan een week géén contact gehad met mijn moeder. De eerste dag dat ze dood was, wilde ik haar al vier keer bellen om haar te vertellen over de lieve reacties die we kregen van haar vrienden.

    Herinneringen aan haar buitelen door mijn hoofd en hart. Hoe mooi ze was in de musicals waarin ze begin jaren negentig speelde. Hoe belachelijk dol ze was op cadeautjes, zowel om te krijgen als om te geven. Hoe ze mijn vrienden omarmde, ook als het rare figuren waren. Hoe ze als boekhandelaar probeerde om voor elke klant het perfecte boek te vinden. De stapels boeken die thuis altijd overal lagen. Hoe ze bijna nooit twee keer hetzelfde kookte, maar steeds iets nieuws probeerde. De stedentrips die we samen maakten en hoe we samen in Berlijn stonden te dansen bij Stereo Total. Hoe ze zich altijd met alles en iedereen bemoeide en hoe vermoeiend dat soms was, maar toch vooral heel lief.

    Ze bemoeide zich natuurlijk ook met haar eigen uitvaart, we planden die samen met mijn stiefvader. Mijn moeder wilde geen kist, maar een petrolblauwe lijkwade. Geen speeches in een kille aula, maar herinneringen aan haar ophalen in een Twentse borg vol kaarsjes. Na haar dood vonden we nog een lijstje met extra wensen. Zo moesten we ‘Doe het toch maar’ van Babs Gons een rol geven. Familieleden lazen dit gedicht voor bij haar uitvaart en we zetten de laatste regels op haar rouwkaart:

    ‘doe het toch maar

    ook nadat je tot bloedens toe

    op deuren hebt geklopt die dicht voor je blijven

    bouw je eigen huizen

    wacht niet tot ze je uitnodigen

    vier je eigen feestje

    doe het toch maar

    klim maar uit bed op die ochtenden dat

    de vermoeidheid je hoop en ledematen lamlegt

    ook als je denkt dat de wereld je niet lijkt op te merken

    en nog minder zit te wachten

    op jou en je verhalen

    vertel ze toch maar

    doe het gewoon

    want ergens weet je

    dat dit het enige is waardoor je

    in vrede met jezelf en de wereld kan leven’

    Och, dacht ik, dat is precies hoe zij in het leven stond. En het is haar allerlaatste cadeautje voor iedereen die ze achterlaat. Op de momenten waarop we niet meer weten waarvoor we het doen, zullen we haar bemoedigende stem in ons hoofd horen: ‘Doe het toch maar.’

    Deze column verscheen op 7 januari 2022 in de Volkskrant.