Ionica Smeets

Hoogleraar wetenschapscommunicatie – Universiteit Leiden

  • Lieve Ionica,

    Hoe bepaal je een bod op een huis? Voor populaire koophuizen geldt vaak een inschrijfprocedure: het hoogste bod wint. Ik wil niet meedoen aan de gekte op de woningmarkt en bizar hoog bieden. Maar als ik te zuinig ben met mijn bod, gaat een huis aan mijn neus voorbij. Hoe kies ik de hoogte van mijn bod zodanig dat ik de hoogste bieder ben, maar er geen al te groot gat zit tussen mijn bod en het bod direct eronder?

    Jeannette Huyser

    Beste Jeannette Huyser,

    Het korte en teleurstellende antwoord is: niet. Dat ligt niet aan u, maar aan de opzet van de inschrijfprocedure. Dat is in de Engelse vaktermen een first-price sealed-bid auction, oftewel een hoogste-prijs gesloten-bod veiling. Een gesloten bod betekent dat bieders niet van elkaar weten wat de anderen bieden. Dat kan ook anders: in Zweden verloopt het bieden op huizen openbaar. Op een website staat een openingsbod en daarna kunnen potentiële kopers via sms tegen elkaar opbieden tot de verkoper een bod accepteert.

    Terug naar de Nederlandse procedure. De winnaar betaalt de hoogst geboden prijs. Dat klinkt vanzelfsprekend, maar dit heeft dus precies het nadeel dat u vreest. Als u 20 duizend euro meer biedt dan het op een na hoogste bod, dan betaalt u veel meer geld dan nodig was voor uw huis. In de speltheorie, het gedeelte van de wiskunde dat gaat over strategische beslissingen die rationele mensen nemen in dit soort situaties, noemen we dit de vloek van de winnaar. Wie wint, heeft eigenlijk te hoog geboden.

    Het lijkt daarom een aantrekkelijke strategie om minder te bieden dan wat u het huis waard vindt. Maar er is geen optimaal bedrag te berekenen dat ervoor zorgt dat u zich na afloop niet opvreet van spijt als u het huis níét krijgt.

    De speltheorie biedt een elegante oplossing voor dit probleem door de procedure aan te passen: de winnaar moet het bod van de op een na hoogste bieder betalen. Dan hoeft niemand bij het bieden bang te zijn dat er een groot gat zit tussen hun bod en dat van de op een na hoogste bieder. Voor deze veiling bestaat er wél een optimale strategie: u moet bieden wat u het huis werkelijk waard vindt. Hoe u dit bedrag bepaalt, zegt de theorie er dan weer niet bij. U kunt grondprijs, stenen, dat gezellige straatje, praktische ligging en het mooie uitzicht niet zomaar bij elkaar optellen tot één bedrag.

    Wat de speltheorie wel zegt, is dat de verwachte opbrengst voor de verkoper bij dit systeem precies hetzelfde is als in de bij ons gebruikelijke procedure. Het is de vraag hoe goed dit alles zich vertaalt naar de praktijk. Alleen in wiskundige theorieën zijn mensen volkomen rationeel. Rationele mensen zouden nooit meer bieden voor een huis dan dat ze het waard vinden, want dan zouden ze verlies maken. Maar met de gekte op de woningmarkt word je al snel iets minder rationeel. En dan bied je dus meer dan eigenlijk slim is. En op de een of andere manier vermoed ik dat degenen die de procedures bepalen er geen enkel belang bij hebben om daar iets tegen te doen.

    Deze column verscheen op 1 september 2023 in de Volkskrant.

    Nieuwe adviesvragen zijn van harte welkom. Liefst persoonlijke vragen die op het eerste gezicht he-le-maal niets met wiskunde te maken hebben. U kunt ze insturen via ionica@volkskrant.nl.

    Lees hier ook de andere columns van de reeks.

  • Gisteren maakte Arjen Lubach bekend dat ik de Irispenning 2023 voor Excellente Wetenschapscommunicatie krijg. Wauw, ik ben echt superblij!

    Uit het persbericht:

    ***
    ‘Als er iemand is die langjarig excelleert op het gebied van wetenschapscommunicatie, altijd met humor, altijd zoekend naar samenwerking, dan is het wel Ionica Smeets’, aldus de jury van de Irispenning.

    Al bijna 15 jaar schrijft Smeets columns over wiskunde en getallen, ze heeft diverse programma’s over wiskunde en wetenschap gepresenteerd en schuift regelmatig aan in talkshows om over wetenschap te communiceren. Sinds haar aantreden als hoogleraar Wetenschapscommunicatie aan de Universiteit Leiden in 2015 pleit ze ervoor dat universiteiten hun wetenschappers niet alleen tijd geven en belonen voor onderwijs en onderzoek, maar ook voor wetenschapscommunicatie. Het is niet verwonderlijk dat Ionica Smeets door Irispenninglaureaaut minister Robbert Dijkgraaf werd gevraagd als kwartiermaker voor een nieuw nationaal centrum voor wetenschapscommunicatie, samen met Alex Verkade. Volgens het juryrapport is zij de ‘favoriete kandidaat die al meteen bovenaan het lijstje stond’ en vanwege haar langdurige excellente inspanningen voor wetenschapscommunicatie krijgt Ionica Smeets de Irispenning 2023.

    Op de Avond van Wetenschap & Maatschappij, maandag 9 oktober in de Pieterskerk in Leiden, wordt de prijs door demissionair minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Robbert Dijkgraaf uitgereikt aan Ionica Smeets. De Irispenning bestaat uit een geldbedrag van tienduizend euro, beschikbaar gesteld door de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, en een penning, vervaardigd door Jennifer Hoes.
    ***

    Hier kun je het item bij De Avondshow terugkijken:

    En hier vind je het complete persbericht over de Irispenning.

  • Lieve Ionica,

    Toen mijn dochter achttien jaar geleden geboren werd, werd ik overspoeld met liefde. Een soort liefde die ik niet kende. Een extra potje liefde waarvan ik niet wist dat het bestond. Een paar jaar later was ik zwanger van mijn tweede dochter. Mijn man en ik waren wat angstig: hadden we voor dit kindje nog wel liefde over? Maar ook voor haar was er liefde te over. Blijkbaar zat er genoeg liefde voor twee kinderen in ons. Maar wanneer is deze bron opgedroogd? Is er een limiet aan de liefde die je kunt geven?

    Yasmine Dijkstra

    Beste Yasmine,

    Het liefste zou ik antwoorden dat er altijd ruimte is voor nóg iemand erbij om van te houden, zoals in Hilberts hotel waar er altijd iemand bij kan. Dit hotel bestaat niet echt, maar is een wiskundig gedachtenexperiment. Hilberts hotel heeft oneindig veel kamers: kamer 1, 2, 3, en dan alsmaar verder. En in dit hotel is er dus altijd plaats voor nieuwe gasten. Als een nieuwe gast arriveert terwijl alle kamers bezet zijn, dan wordt er omgeroepen dat iedereen één kamernummer moet opschuiven. De gasten in kamer 1 gaan naar kamer 2, die in kamer 2 naar kamer 3, … , die in kamer 1.729 naar kamer 1.730, enzovoorts.

    De receptie raakt ook niet in paniek als het hotel vol is en er onverwacht oneindig veel nieuwe gasten voor de balie staan. In dat geval vragen ze alle bestaande gasten te verhuizen naar de kamer die het dubbele nummer van hun huidige kamernummer heeft. Dus kamer 1 gaat naar 2, kamer 2 gaat naar 4, …, kamer 1.729 naar 3.458, enzovoorts. Dan zijn er daarna oneindig veel kamers met een oneven kamernummer beschikbaar. Zelfs als er oneindig veel bussen met elk oneindig veel gasten komen, is er plaats voor iedereen in het Hilbert-hotel.

    Maar dit hotel is niet voor niets een gedachtenexperiment dat niet in het echt kan bestaan. Het heeft een oneindig aantal kamers, maar in een menselijk leven zijn de meeste dingen eindig (zo niet alle). Ik vrees daarom dat we niet oneindig veel liefde hebben om te geven, hoe graag we dat ook zouden willen. Je kunt niet van alle miljarden mensen op aarde diep en intens houden, voor elk van hen zorgen en voor ieder van hen willen vechten. Ergens ligt een grens. En waar die grens ligt, zal van persoon tot persoon verschillen.

    Een vriendin van mij was de jongste in een gezin van zeven en had het gevoel dat er voor haar niet genoeg liefde meer over was. Zelf koos ze er daarom heel bewust voor om na één kind geen tweede meer te krijgen. Maar een andere vriendin die ook de wat verwaarloosde jongste was in een groot gezin, kreeg vier kinderen waarvoor ze meer dan genoeg liefde bleek te hebben.

    Er is meer onderzoek nodig om te controleren of het klopt wat The Beatles zongen: ‘And in the end the love you take is equal to the love you make.

    Deze column verscheen op 25 augustus 2023 in de Volkskrant.

    Nieuwe adviesvragen zijn van harte welkom. Liefst persoonlijke vragen die op het eerste gezicht he-le-maal niets met wiskunde te maken hebben. U kunt ze insturen via ionica@volkskrant.nl.

    Lees hier ook de andere columns van de reeks.

  • Lieve Ionica,

    Ik heb twee vriendinnen met wie ik regelmatig naar de sauna ga. Een afspraak maken met één vriendin is zo gepiept. Maar soms willen we met z’n drieën en dan wordt het altijd lastig. Waarom verloopt een afspraak maken met drie personen zoveel ingewikkelder? Weet jij een oplossing voor ons?

    Anna Zwarts

    Beste Anna Zwarts,

    Nu moet ik bekennen dat ik zelf het liefst alles in tweetallen doe, omdat bij groepen van drie of meer de logistiek zo snel uit de klauwen loopt. Zo heb ik één vriendin met wie ik regelmatig naar de sauna ga en afspreken is inderdaad meestal zo geregeld. We bellen elkaar, kijken in onze agenda’s en zoeken een dag dat we allebei kunnen.

    Dat wordt met drie vriendinnen meteen een stuk ingewikkelder. Je belt niet even spontaan met zijn drieën, dus ga je mailen of appen over data totdat iemand dan maar mismoedig een datumprikker aanmaakt.

    Als per avond ieder van jullie een kans van 40 procent heeft om mee naar de sauna te kunnen, dan heb je als je met zijn tweeën een willekeurige avond prikt 16 procent kans dat je allebei kunt. Als je dit met zijn drieën doet, dan daalt de kans dat je allemaal kunt naar 6,4 procent. Eén iemand erbij maakt de kans dat het lukt 2,5 keer zo klein.

    En dit is nog in het theoretische geval dat de kansen per avond hetzelfde zijn. In de praktijk zijn er vaste patronen. De een werkt op maandag- en vrijdagavond, de ander heeft op dinsdag en donderdag bootcamp en de derde moet op woensdag kinderen naar korfbal brengen en voetbalt zelf op zondagavond. Dan hou je alleen zaterdagen over (en dan zijn er vaak weer allerlei verjaardagen).

    Er bestaan trucs om deze problemen te voorkomen. Zo kun je aan het eind van een geslaagde saunadag met zijn drieën de agenda’s pakken om de volgende keer te plannen. Dit gebeurt vaak bij commissievergaderingen. Ooit miste ik een vergadering waarbij de groep aan het eind een nieuwe datum koos, waarop ik ook niet kon. En toen ik die keer er niet bij was, kozen ze weer een nieuwe datum waarop ik niet kon. Je kunt met volledige inductie bewijzen dat ik nooit meer met deze mensen heb hoeven te vergaderen.

    Een tweede truc is om een vaste dag te plannen die iedereen ver van tevoren vrij kan houden of maken, bijvoorbeeld elke tweede woensdag van de maand (geinige vraag: is dit de dag waarop de kans het kleinste is dat die op een feestdag valt?). Dit is niet zo spontaan, maar zelf houd ik hier enorm van. Jarenlang worstelden mijn neef en ik als we een lang weekend wilden afspreken met onze partners en kinderen. Het bleef zoeken, schuiven en overleggen. Tot mijn neef voorstelde om voortaan elk jaar samen Pasen te vieren. Halleluja.

    Deze column verscheen op 18 augustus 2023 in de Volkskrant.

    Nieuwe adviesvragen zijn van harte welkom. Liefst persoonlijke vragen die op het eerste gezicht he-le-maal niets met wiskunde te maken hebben. U kunt ze insturen via ionica@volkskrant.nl.

    Lees hier ook de andere columns van de reeks.