‘Eierprijzen zijn verdrievoudigd […] ze stegen sinds januari 2005 met 310 procent’, schreef The Guardian deze week. De Britse krant maakte hierbij een klassieke fout, want een stijging met 310 procent is een ruime verviervoudiging. In dit geval steeg de prijs van een dozijn eieren van 1,21 dollar begin 2005 naar 4,95 dollar nu.
Het gaat vaak mis met dit soort relatieve toenamen, dat is waarom ik ook altijd zo graag de ruwe getallen wil zien. Zeker als iemand schrijft: ‘drie keer meer dan’. Als wiskundige lees ik in ‘drie keer meer dan’ namelijk een verviervoudiging (de originele hoeveelheid plus drie keer extra die hoeveelheid), maar de meeste mensen bedoelen met deze uitdrukking ‘drie keer zoveel als’. De TaalUnie schrijft hierover fijntjes: ‘Gewone taal volgt niet altijd strikt rekenkundige principes.’
The Guardian paste de kop na een dag overigens aan en noemt de stijging inmiddels netjes een verviervoudiging. Helaas staat er wel nog steeds een misleidende grafiek in hun analyse van inflatie in de Verenigde Staten (waarbij dus vooral eierprijzen de pan uitrijzen). Een illustratie toont van tien producten steeds in twee plaatjes de prijsstijging tussen 2005 en nu. Dit is hoe die van een hele kip werd getoond:

Zoals we zien aan de bedragen eronder, verdubbelde de prijs van deze kip. Maar het plaatje laat dat zien door zowel de lengte als de breedte te verdubbelen, waardoor de rechterafbeelding vier keer zo groot is als de linker (en dan laat ik de vermoedelijke hoogte nog buiten beschouwing). Ook dit is een klassieke fout.
Ik vroeg me af hoe de eierprijs in Nederland steeg tussen 2005 en nu. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft een handige tabel met gemiddelde voedselprijzen zodat je die door de tijd heen kunt vergelijken. Zo kostten tien eieren 1,40 euro in 2005. Helaas bleek de huidige eierprijs een stuk lastiger te vinden. De tabel van het CBS liep maar tot 2018.
Op zoek naar de meest actuele cijfers belandde ik op het eierdashboard van de Europese Commissie, een hallucinante mix van allerlei grafieken en tabellen waarvan ik nog steeds aan het hyperventileren ben.
Toen bedacht ik dat dit een column is en geen peer-reviewed onderzoeksartikel en dat er grenzen zijn aan hoever ik dingen uitzoek terwijl allerlei collega’s gewoon lekker hun mening uittypen. Dus keek ik domweg wat de tien eieren kostten die ik gisteren kocht, dat was 3,99 euro. Als ik gemiddelde eieren kocht in 2005, dan stegen mijn eierprijzen met 185 procent.
Tot slot een rekenvraag over taal: dat malle dubbele meervoud eieren heeft drie keer zoveel letters als het enkelvoud ei. Is er een woord waarbij dit extremer is?
Deze column verscheen op 28 maart 2025 in de Volkskrant.
Ingestuurde reacties op de vraag over extreme meervouden waren onder andere:
enkelvoud | meervoud | veelvoud |
u | ulieden | 7 |
u | jullie | 6 |
z | zetten | 6 |
ar | arrensleeën | 5,5 |
f | effen | 5 |
gij | gijlieden | 4 |
bod | biedingen | 3 |
lam | lammeren | 2,67 |
been | beenderen | 2,67 |
hoen | hoenderen | 2,67 |
ar | arren | 2,5 |
as | assen | 2,5 |
eg | eggen | 2,5 |
el | ellen | 2,5 |
es | essen | 2,5 |
ik | ikken | 2,5 |
is | issen | 2,5 |
la | lades | 2,5 |
kind | kinderen | 2 |