Op dit moment is Lowlands in volle gang. Ik ben er niet bij, maar ik vlooide het programma door om te kijken wat ik allemaal mis. Tevergeefs zocht ik naar het onderdeel Lowlands University dat ik in vorige jaren graag bezocht: colleges van vooraanstaande wetenschappers op allerlei gebieden.
De rolverdeling was daarbij helder: de expert stond op het podium en het publiek mocht zitten en luisteren. Op de details was van alles aan te merken, zo was het wat potsierlijk dat een pedel met toga en staf de sprekers aankondigde (“Net als in het echt”, zei de organisatie). Maar het was vooral bijzonder dat een tent volstroomde met jongeren bij lezingen over quantummechanica of het Europees parlement.
Dit jaar was het echter tijd voor vernieuwing en Lowlands’ universiteit is gesloten. In het nieuwe onderdeel Lowlands Science vertellen wetenschappers niet meer over hun vak, maar doen ze onderzoek mét het publiek. Pedagogen van de Universiteit van Amsterdam brengen in kaart hoeveel er gezoend, gesekst en geflirt wordt op het festival. Het Nederlands Forensisch Instituut onderzoekt hoe criminelen een lijk versjouwen (waarbij bezoekers kunnen kiezen of ze liever crimineel of lijk spelen). En zo zijn er een hele reeks onderzoeken waarbij het publiek zelf aan de slag moet om de wetenschap te helpen.
Het past in een trend om “de gewone Nederlander” actief te betrekken bij de wetenschap. Niet toevallig is het programma op Lowlands mede samengesteld door de Nationale Wetenschapsagenda. Bij deze agenda mocht iedereen vragen indienen om zo mee te bepalen waar de wetenschap zich de komende jaren op moet richten. Eindelijk kwamen de wetenschappers eens uit hun ivoren toren en luisterden ze naar het gewone volk.
Alleen bleek het vrij lastig om als buitenstaander een nieuwe vraag te stellen. Wetenschapsjournalist Marcel Hulspas concludeerde na het lezen van een deel van de inzendingen: “Er zit niks bij wat wetenschappers ook maar een minuut aan het werk kan houden.” Wiskundige K.P. Hart maakte een sardonische blog met ingezonden vragen waarop het antwoord al lang bekend is: Is 0,9999… gelijk aan één? Bestaat het getal nul? Is het aantal mogelijke DNA-combinaties eindig? (Driemaal is het antwoord: ja.)
Zouden de samenstellers van de wetenschapsagenda iets anders verwacht hebben? Of wilden ze vooral mensen het gevoel geven dat hun stem gehoord is? Het idee dat iedereen mee moet kunnen praten over alles is naïef. Je kunt niets verstandigs zeggen over quantummechanica of het Europees parlement zonder dat je je eerst in het onderwerp hebt verdiept. Je kunt de gewone Nederlander wel écht betrekken bij wetenschap, maar dan is de onderwerpkeuze wat beperkt en kom je al snel uit op seks of misdaad zoals nu op Lowlands Science.
Terwijl het ook zo fijn kan zijn om niet zelf mee te doen en te luisteren naar iemand die op een bepaald gebied beter is dan jij. Op Lowlands verwacht ook niemand dat De Jeugd van Tegenwoordig aan de eerste rij vraagt of zij misschien nog wat pakkende refreinen of goede beats hebben. Dat kunnen de mannen op het podium namelijk het beste. Zo is het ook met een groot deel van de wetenschap. En je neemt het gewone publiek juist serieus door dat toe te geven.
Dit bericht verscheen op 22 augustus 2015 in de Volkskrant.