Ionica Smeets

Hoogleraar wetenschapscommunicatie – Universiteit Leiden

In de haren van een kat, in de inkt op een bladzijde; mijn vriend zal overal zijn


Beste Ionica,

Vorige week maakte een vriend een einde aan zijn leven. We kenden elkaar 25 jaar. We hadden geen gezamenlijke vriendengroep en kwamen niet op elkaars feestjes. Toch bleef onze vriendschap door de jaren heen overeind. Als we elkaar weer eens zagen, dan ging het altijd moeiteloos. We maakten nerdy grapjes en praatten over mooie boeken, wilde plannen, obscure muziek en grote gevoelens. Soms verdween hij een tijdje van de radar, maar hij dook altijd weer op. Nu is hij voor altijd weg en ik vraag me af hoe goed ik hem kende. Hoeveel pijn en eenzaamheid moet hij hebben gevoeld?

Moet ik hier überhaupt een column over schrijven? ‘Alles is materiaal’, was het motto van journalist Nora Ephron. Maar ik geloof daar niet in, vrienden zijn belangrijker dan materiaal. Alleen kan ik deze week ook niet over iets anders schrijven. Rot toch op met die hele wiskunde en getallen. Wat heb je eraan in je verdriet? (En kom in godsnaam niet met hogere machten aan – de enige macht die ik voel is onmacht.)

En toch, en toch. Zelfs als ik over de dood denk, doe ik dat in wiskunde en getallen. Het lichaam van mijn vriend bestond uit ongeveer zeven quadriljard atomen. Al die atomen worden eindeloos hergebruikt en zullen terugkomen in alles. In de haren van een kat, in de inkt op een bladzijde; mijn vriend zal overal zijn.

Toen we elkaar 25 jaar geleden leerden kennen, dweepte ik met Gödel, Escher, Bach van Douglas Hofstadter. Ik had het hooguit voor de helft gelezen en er nog veel minder van begrepen. Maar de laatste dagen denk ik steeds aan de dialogen tussen Achilles en de schildpad – uit de paradoxen van Zeno. De razendsnelle Achilles loopt een hardloopwedstrijd tegen de schildpad. Hij geeft zijn trage tegenstander een voorsprong. Zodra Achilles aankomt bij het startpunt van de schildpad, is de schildpad alweer een stukje verder. En als Achilles daar even later aankomt, dan is de schildpad alweer iets verderop gekropen. Zo zal de schildpad altijd een voorsprong op Achilles behouden.

Als student vond ik deze paradox even fascinerend als irritant. Een kind kon zien dat er niets van klopte en met de juiste wiskunde kon je bewijzen dat Achilles de schildpad moeiteloos inhaalde. Maar filosofisch was het zo’n interessant idee. Nu vraag ik me af of het niet een perfecte metafoor is voor vriendschappen. Hoe er altijd een niet te overbruggen afstand blijft bestaan tussen twee mensen, hoe dicht je ook bij elkaar komt. Ik weet alleen niet of mijn vriend dan de schildpad was of Achilles. Was hij degene die altijd eenzaam voorliep? Of juist degene die nooit kon inhalen?

Had ik achterom moeten kijken? Of sneller moeten lopen?

Hoe ga ik om met de onmacht en het verdriet?

Ionica Smeets, Leiden

Lieve Ionica,

Ik weet het niet. Ik weet het niet.

Ionica

Deze column verscheen op 23 februari 2024 in de Volkskrant.

Lees hier ook de andere columns van de reeks.