Ionica Smeets

Hoogleraar wetenschapscommunicatie – Universiteit Leiden

Het zal u niet verbazen dat ik zelf ook een kleine getallenneurose heb


Lieve Ionica,

Zo’n veertig jaar geleden vroeg iemand mij of ik vijf borden in de afwasmachine kon zetten zonder tot vijf te tellen. Sindsdien lukt mij niet meer om de afwasmachine in te ruimen zonder te tellen. Zijn er mensen die dat wel kunnen nadat ze deze vraag gekregen hebben? En zoja, kunnen ze mij tips geven hoe van deze neurose af te komen?

Michiel Wentges

Beste Michiel Wentges,

Bij uw dilemma moest ik denken aan een vriendin die tegen haar geliefde zei dat haar nieuwe jurk één nadeel had: hij was wat kort. Waarop haar geliefde haar verbaasd aankeek en vroeg: ‘En wat is dan precies het nadeel?’

Ik bedoel: u ruimt blijkbaar al veertig jaar regelmatig de afwasmachine in en maakt daarbij automatisch een inventaris van wat u erin zet. Vertraagt het tellen u? Of breidt de teldwang zich uit naar andere gebieden van uw leven? Zolang dat niet het geval is, zou ik u geen zorgen maken over deze kleine telneurose. Het had allemaal veel erger kunnen zijn.

Stelt u zich voor dat u elke keer als u drie borden in de vaatwasser zet, hardop zou moeten zingen ‘Ik tel tot drie: 1-2-3, en dan gaat het gebeuren.’ (met de tongval van Guus Meeuwis). En dan bij één bord een zacht ‘One is the loneliest number’ en na een diner ‘Tien kleine visjes, die gingen naar zee.’ Nee, het valt alles mee bij u.

Ik heb het zelf deze week geprobeerd en ik kan, ook na het lezen van deze vraag, nog steeds uitstekend de vaatwasser inruimen zonder te tellen (hoewel mijn vriend vindt dat ik de woorden ‘uitstekend’ en ‘vaatwasser inruimen’ niet in één zin mag gebruiken, omdat ik volgens hem alles verkeerd neerzet).

Maar het zal u niet verbazen dat ik zelf ook een kleine getallenneurose heb. Als ik een getal van vier of vijf cijfers zie, vraag ik me vaak af of het een priemgetal is. Lees ik dat Guus Geluk een lot met nummer 97179 vindt, dan ga ik automatisch na of dat een priem is. Het is niet even, niet deelbaar door vijf, maar de cijfers zijn bij elkaar opgeteld 33, dus het is een drievoud. In dit geval had ik mazzel, maar soms duurt het veel langer voor ik een factor vind óf voordat ik het opgeef. Meestal heb ik na het checken van delen door 13 geen zin meer.

Gelukkig hoef ik dit niet te doen bij élk getal dat ik tegenkom, dan zou het lastig worden om de dag door te komen. Vaak gebeurt het me als ik me verveel, bijvoorbeeld in een bomvol treinstel 3133 (deelbaar door 13). Maar soms is het meer dan dat. Toen de crematoriummedewerker uitlegde dat we de as van mijn moeder konden identificeren aan de hand van een vuurvast steentje met een nummer erin, stond ik daarna wanhopig te rekenen aan dat nummer om maar niet te denken aan de dood.

Misschien kunt u het tellen bij het inruimen van de vaatwasser zien als een soort meditatie. Een vorm van in het nu leven. Het is echt zo gek nog niet. Tel uw zegeningen. En uw borden.

Deze column verscheen op 11 augustus 2023 in de Volkskrant.

Nieuwe adviesvragen zijn van harte welkom. Liefst persoonlijke vragen die op het eerste gezicht he-le-maal niets met wiskunde te maken hebben. U kunt ze insturen via ionica@volkskrant.nl.

Lees hier ook de andere columns van de reeks.