Op Nu.nl stond deze week een berichtje met de heerlijke kop: ‘Astronomen vinden grootste ‘ding’ in heelal: zo zwaar als 200 quadriljoen zonnen’. Ik plaatste een screenshot van dit bericht op Mastodon, met als bijschrift: ‘Het was een ding met iets daaraan en daar dan van die dingen aan.’
Vervolgens kreeg ik onder meer de volgende vragen: hoeveel is een quadriljoen? Is dit wellicht een flagrant foute vertaling van het Engelse ‘quadrillion’? Maar even voor de leken, hoeveel is dat in kilo’s? Is er een dingenmotie aangenomen of een dingenwet? Zo groot, en dan nu pas gezien? Als het zo zwaar is, dan is het toch een zwart gat? Zeg, is ‘Ionica antwoordt met wiskunde’ geruisloos weer overgegaan in ‘Column’?
Mijn antwoorden in respectievelijke volgorde: Een één met vierentwintig nullen. Ja. Ongeveer driehonderdzevenennegentigduizend achthonderd septiljoen. Fijn dat u Jeroen van Merwijks onvolprezen meezinger Ding ook paraat heeft. Ja. Nee. Ja.
Toch nog iets uitgebreider: onze aarde weegt ongeveer 6 quadriljoen kilo, de zon weegt pakweg 1.989 quadriljoen ton, wat iets minder is dan een twee met dertig nullen. Het onderzoeksartikel dat de ontdekking van ‘het ding’ beschrijft, noemt een massa van tweehonderd biljard (een twee met zeventien nullen) keer die van onze zon.
Dat is dus inderdaad weer eens flagrant misgegaan in de vertaling, een quadrillion heeft vijftien nullen – negen minder dan onze quadriljoen. Uit het artikel leerde ik dat ‘het ding’ een naam heeft: Quipu. En het blijkt bovendien helemaal niet één ding te zijn, maar een superstructuur bestaande uit gigantische aantallen sterrenstelsels. Quipu is niet alleen heel zwaar, maar ook enorm groot – vandaar dat het geen zwart gat is.

Dan de laatste vraag over de vorm van deze column. In de zomer van 2023 maakte ik een zesdelige reeks waarin ik lezersvragen beantwoordde met wiskunde. Dat liep een beetje uit de hand en voor ik het wist was ik anderhalf jaar en vele tientallen afleveringen verder. De lezersvragen bleven binnenstromen, inmiddels zijn het er bijna achthonderd. Sommige vragen werden door veel mensen ingestuurd: ‘Waarom komt mijn fietsslot zo vaak tegen een spaak aan als ik mijn fiets op slot wil zetten?’, ‘Zit er een wiskundig principe achter dat de leeftijden van mijn zoon (36) en mij (63) om de zoveel jaar elkaars omgekeerde zijn?’ en ‘Hoelang duurt het voor we het nieuwste spaarboek vol hebben?’ Maar er kwamen ook elke week nieuwe, verrassende vragen binnen.
Alleen merkte ik steeds vaker dat ik graag over onderwerpen wilde schrijven waarover nooit iemand een vraag instuurde. Ik wilde niet valsspelen door een fictieve lezer op te voeren met mijn eigen vraag of door vrienden te vragen om even iets voor me in te sturen.
Toen opperde chef Tonie Mudde dat ik ook af en toe een column zonder vraag kon schrijven. Dat probeerde ik een paar weken geleden en ook dat liep weer eens een beetje uit de hand, want sindsdien is deze rubriek geruisloos teruggegaan naar een gewone column. Maar ook daarin zal ik geregeld uw vragen behandelen, dus blijf die vooral opsturen naar ionica@volkskrant.nl.
Deze column verscheen op 14 februari 2025 in de Volkskrant.