Lieve Ionica,
Ik las dat de salarissen voor starters in het primair onderwijs kunnen concurreren met die in het bedrijfsleven en dat salaris dus geen belemmering meer vormt. Maar er is nog steeds een nijpend lerarentekort. Kun jij berekenen hoeveel meer mensen voor een baan in het onderwijs kiezen als het salaris stijgt? En hoe bepaal je dan de ideale hoogte van dat salaris?
Thomas Otte
Beste Thomas Otte,
Eerst maar eens de kille cijfers. Op dit moment is er in het primair onderwijs een tekort van ruim 5.000 voltijdsbanen voor docenten en directeuren. De verwachting is dat dit in 2033 zal zijn opgelopen tot meer dan 7.500 voltijdsbanen.
Laatst droomde ik dat ik in een zalmroze mantelpak op een congres van de VVD zat en daar leerde dat er een vrije markt bestaat voor leraren. In die droom was er geen lerarentekort, omdat de markt vanzelf een evenwicht had gevonden volgens de wet van vraag en aanbod. Als een product duurder wordt, zal niet iedereen die prijs willen of kunnen betalen en dus daalt de vraag. Tegelijkertijd stijgt het aanbod, omdat het aantrekkelijker wordt om dit product te verkopen.
In mijn koortsdroom toonde de spreker enthousiast twee grafieken in één assenstelsel: een dalende lijn voor vraag en een stijgende lijn voor aanbod ten opzichte van de prijs. En waar die twee lijnen elkaar sneden, lag het marktevenwicht. In deze droom zou je precies kunnen bepalen hoeveel mensen zich extra aanbieden als leraar als je het salaris verhoogt. En je kunt ook keurig uitrekenen wat het ideale salaris is waarbij er precies genoeg leraren zijn.
Maar, ik zeg dit voor de zekerheid toch even expliciet, er bestaat geen vrije markt voor leraren. Niemand kan zomaar snel wat extra leraren produceren, in de vraag zit weinig flexibiliteit omdat alle kinderen onder de leerplicht vallen en salarissen kunnen ook al niet zomaar meebewegen met vraag en aanbod.
En hoewel ik vind dat docenten in het primair onderwijs zeker een hoger salaris zouden mogen krijgen, is dit niet de enige en misschien zelfs niet de belangrijkste factor voor het lerarentekort. Docenten noemen ‘interessant werk’ als hun belangrijkste arbeidsvoorwaarde. En jonge docenten die het onderwijs verlaten noemen laag salaris wel als reden, maar vooral ook persoonlijke omstandigheden, werkdruk, stress en gebrek aan steun.
‘Je vindt het werk fantastisch, maar er is te weinig tijd om het goed te kunnen doen’, concludeerde Volkskrant-interviewer Sara Berkeljon vorige week toen ze met Thomas van der Meer over zijn werk in de zorg sprak. Van der Meer antwoordde: ‘Als er geen tijd is om iemand gerust te stellen, weet ik niet of ik het werk nog wel leuk vind.’
Ik vrees dat er in het onderwijs iets soortgelijks speelt. Docent is een fantastisch beroep, maar alleen als er tijd, ruimte en steun is om het goed te kunnen doen.
Deze column verscheen op 25 oktober 2024 in de Volkskrant.
Nieuwe adviesvragen zijn van harte welkom. Liefst persoonlijke vragen die op het eerste gezicht he-le-maal niets met wiskunde te maken hebben. U kunt ze insturen via ionica@volkskrant.nl.
Lees hier ook de andere columns van de reeks.