Ionica Smeets

Hoogleraar wetenschapscommunicatie – Universiteit Leiden

Een jeugdboek lezen als volwassene? Ionica Smeets legt uit waarom dat heel goed kan (en zelfs wenselijk is)


In Ionica Smeets’ boekenkast staat Tonke Dragt naast Anjet Daanje; op haar nachtkastje ligt Jaap Robbens kinderpoëziebundel onder de gedichten van Wisława Szymborska. Jeugdliteratuur alleen voor kinderen? Nee hoor: veel volwassenen zouden baat hebben bij het lezen van kinderboeken.

Laatst vertelde ik een vriend enthousiast over het kinderboek Het spel van Westing van Ellen Raskin, de beste detective die ik in tijden had gelezen. ‘Ben je daar niet een beetje te oud voor?’, gniffelde hij. Hij bleek geheel ten onrechte te denken dat er een maximumleeftijd bestaat voor kinderboeken. Glimlachend raadde ik hem These Precious Days van Ann Patchett aan, een heel volwassen essaybundel van de auteur die in 2020 finalist was voor de prestigieuze Pulitzerprijs. In één van haar essays beschrijft Patchett hoe zij de jeugdliteratuur herontdekte.

Het essay begint als een vriendin aan Patchett vraagt of zij een compliment kan doorgeven aan collega-auteur Kate DiCamillo. Die vriendin heeft net het jeugdboek De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane uitgelezen met haar zoon en vertelt Patchett dat het boek van hun betere mensen heeft gemaakt. ‘Wil je dat aan Kate DiCamillo vertellen?’ Patchett heeft zelf nooit iets gelezen van DiCamillo. Zij had geen kinderen en het was nooit bij haar opgekomen om kinderboeken te lezen. ‘Ik was een eikel’, concludeert ze.

Patchett zoekt De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane en leest het boek dezelfde avond uit. Ze schrijft: ‘En, nou ja, het veranderde mijn leven. Ik kon me niet herinneren wanneer ik zo’n perfecte roman had gelezen. Het maakte me niet uit voor welke leeftijd het geschreven was. (…) Deze prachtige wereld was al die tijd al toegankelijk voor me geweest, maar ik had nooit de moeite genomen om de sleutels van het koninkrijk te pakken.’

Beeld van Querido

Zelf ben ik nooit op het idee gekomen om de poort naar de jeugdliteratuur achter me te sluiten. Als scholier en student had ik een bijbaantje in de bibliotheek. Elke week liep ik rond op de jeugdafdeling, zette boeken netjes terug in de kast en hielp kinderen met het uitkiezen van een boek. Vanzelfsprekend hield ik bij welke jeugdboeken er verschenen, welke boeken prijzen kregen en welke boeken kinderen graag lazen. En nog steeds lees ik graag jeugdboeken, zowel romans als poëzie, en ook non-fictie. In mijn boekenkast staat Tonke Dragt vlakbij Anjet Daanje. Op mijn nachtkastje ligt Jaap Robbens kinderpoëziebundel Heel de wereld wordt wakker onder de verzamelde gedichten van Wisława Szymborska. En de dierenboeken van Bibi Dumon Tak staan op dezelfde plank als de zware non-fictie over kwan­tum­me­cha­ni­ca.

Laat je hart stampen

Hoe overtuig ik vrienden die net als Patchett denken dat kinderboeken alleen voor kinderen zijn? En die zo allerlei prachtige jeugdliteratuur mislopen? Katherine Rundell, kinderboekenauteur en literatuurwetenschapper aan Oxford, publiceerde in 2019 een boekje met de titel Waarom je kinderboeken moet lezen, zelfs al ben je oud en wijs. (Grappig genoeg dacht ik na het lezen hiervan dat Rundell zelf minstens 70 was, qua oud en wijs. Ze blijkt 32 te zijn geweest toen ze het schreef.)

Beeld van Luitingh-Sijthoff

Rundell kijkt naar de geschiedenis van de jeugdliteratuur en legt uit dat sprookjes nooit alleen voor kinderen waren bedoeld. Overal ter wereld vertellen mensen elkaar verhalen met dezelfde basisingrediënten, zoals pratende dieren, boze stiefmoeders en lieve peettantes die hoop bieden. ‘Die geest van heldhaftig optimisme – met bloed bevlekt en naar adem snakkend optimisme, maar wel optimisme – is het levensprincipe in hoofdletters’, aldus Rundell. En ze betoogt dat jeugdliteratuur is waar je moet zijn ‘als je ontzag, honger en verlangen naar gerechtigheid wilt voelen (…) om het oude strijdrossenhart weer vurig te laten stampen in zijn box.’ En ik dacht: ja, dat is zo waar.

Vind je leesplezier terug

Rundell voert nog veel meer goede argumenten aan om als volwassene jeugdboeken te lezen. Het mooiste is misschien wel dat die boeken je kunnen helpen om het vergeten leesplezier weer terug te vinden. ‘Het volwassen leven zit vol vergeten; de meeste mensen die ik ooit heb ontmoet ben ik vergeten; de meeste boeken die ik heb gelezen, ben ik vergeten, zelfs de boeken die me voorgoed hebben veranderd; ik ben mijn meeste momenten van plotseling inzicht vergeten. En verschillende keren in mijn leven ben ik vergeten hoe ik moest lezen: hoe ik mijn scepsis en gewoonten opzij moest zetten en me aan het boek moest overleveren. Met het risico dat ik als een krankzinnige optimist klink: fictie voor kinderen kan je opnieuw leren hoe je ontvankelijk moet lezen.’

Ik dacht terug aan hoe ik als 9-jarige terugkwam van de bibliotheek met vier nieuwe boeken en niet kon kiezen welke ik als eerste zou lezen. Aan hoe ik uren op een hoek van de bank zat met het boek dat ik koos. Hoe ik lopend op straat doorlas omdat ik wilde weten hoe het verder ging.

Nu staan er letterlijk honderden ongelezen boeken in mijn kast en op mijn e-reader en voelt het lezen van al die boeken als iets dat ook nog moet. En dan moet je bij actuele volwassen literatuur vaak ook nog een mening vormen, zodat je er op feestjes iets verstandigs over kunt zeggen.

Herlees waar je van houdt

De Amerikaanse Robin Sloan, volgens Wired ‘tech world’s greatest living novelist’, vraagt zich in zijn essay Fish af wat het betekent om van iets te houden, in een tijd waarin we op internet worden overspoeld door dingen die we ‘leuk’ moeten vinden. Hij vermoedt dat het belangrijk is dat je terugkeert naar de dingen waar je echt van houdt. Je lievelingsfilms herkijk je, je favoriete boeken herlees je.

Bij het herlezen van kinderboeken uit je jeugd, heb je soms twee leeservaringen tegelijk. Je leest het boek nu als volwassene, met al je bagage en kennis – en tegelijk komt in flarden terug hoe je het boek jaren terug hebt beleefd toen je nog jong was. Sommige boeken die ik als kind geweldig vond, wil ik niet herlezen omdat ik vrij zeker weet dat ik ze nu vreselijk zal vinden. Andere boeken blijven daarentegen moeiteloos overeind en herlezen is een daad van liefde.

Beeld van Leopold

Toen ik Tonke Dragts De torens van februari herlas, bleek dat nog steeds even magisch. Bovendien wist ik weer precies hoe ik als 12-jarige werd meegezogen in het verhaal. En hoe ik op 29 februari 1992 vurig hoopte dat ik door het juiste woord te zeggen naar een parallelle wereld zou kunnen verdwijnen.

Bij het herlezen van Koning van Katoren van Jan Terlouw, herinnerde ik me ineens dat ik als kind fantaseerde over hoe ik net als Stach zeven onmogelijke opdrachten moest uitvoeren. Als volwassene zag ik ook de diepere lagen – en dat de vrouwen er in dit boek wel heel schamel vanaf komen. Het boek voelde daardoor toch een beetje gedateerd.

Beeld van Lemniscaat

De jeugd van tegenwoordig

Bibi Dumon Tak trok in 2021 in haar Albert Verwey-lezing fel van leer tegen volwassenen die bij kinderen komen aansjouwen met boeken die minstens een halve eeuw oud zijn, zoals Koning van KatorenDik Trom of ‘Wipneus en dat rotvriendje Pim’. Dumon Tak vergelijkt het met bij de verjaardag van je nichtje aankomen met cadeautjes als een tol, een punnikpaddenstoel of een viewmaster. En ze legt het verband tussen volwassenen die niet op de hoogte zijn van moderne jeugdliteratuur en onze jeugd die steeds minder (goed) leest. Laat kinderen boeken van nu lezen met actuele thema’s, dát zijn de boeken die de huidige kinderharten sneller laten kloppen.

Dit biedt een goed argument om moderne jeugdboeken te lezen voor ouders, docenten en eigenlijk iedereen die wel eens in de buurt van een kind komt: zorg dat je weet welke boeken je ze kunt aanraden. Ook voor mijn stoere dochter was Koning van Katoren nog steeds spannend, maar ze genoot nog meer van Janneke Schotvelds Avonturen van de dappere ridster waarin de ridster uit de titel het druk heeft met het redden van allerlei mannen in nood. Eat that, Stach.

En andersom kunnen recente jeugdboeken je ook helpen om te begrijpen wat de jeugd van tegenwoordig bezighoudt. Een puber raadde mij aan haar lievelingsboek The Hate U Give van Angie Thomas te lezen, om meer te begrijpen van de Black Lives Matter-beweging. En qua non-fictie lees ik bijvoorbeeld graag wat Marc ter Horst schrijft over aarde, natuur en klimaat – helder, feitelijk en met optimisme (‘Met bloed bevlekt en naar adem snakkend optimisme’, zou Katherine Rundell zeggen).

Beeld van HarperCollins

Het is kunst

Terwijl ik bezig ben met dit artikel, bots ik op een feestje toevallig op tegen Pjotr van Lenteren op, die voor deze krant schrijft over jeugdliteratuur. Ik vraag hem waarom hij denkt dat volwassenen jeugdboeken zouden moeten lezen. Er valt een pijnlijke stilte. ‘Ik weet helemaal niet of ik vind dat volwassenen jeugdboeken moeten lezen.’ Van Lenteren legt uit dat hij het belangrijk vindt dat jeugdboeken echt voor kinderen gemaakt worden en niet stiekem voor volwassenen.

Hij heeft zich jaren boos heeft gemaakt over jury’s die literaire jeugdboeken bekroonden die alleen voor een heel kleine groep kinderen leuk waren en over auteurs die het artistieke gehalte van hun werk belangrijker achtten dan wat kinderen van hun boeken vonden.

Een terechte zorg, volwassenen zijn te gast in het koninkrijk van de jeugdliteratuur, zij bepalen er niet de wetten. Als ze dat willen, moeten ze maar lekker een polemiek beginnen over de vraag of Lale Gül nu wel of niet literatuur maakt of over wie van de gebroeders Reve nu de beste schrijver was.

Maar als ik lang genoeg hoopvol naast Van Lenteren blijf staan, geeft hij me toch nog een laatste argument om als volwassene jeugdboeken te lezen: ‘Bij literatuur voor volwassenen moet je vaak veel weten over de context van het boek: in welke tijd leefde de auteur, in welke cultuur, bij welke stroming hoorde die? Je hebt achtergrondkennis nodig om een boek goed te plaatsen. Jeugdliteratuur is doorgaans te begrijpen zónder dat je enige context kent. De boeken zijn geschreven voor lezers met weinig leeservaring, maar weten toch iets over te brengen dat het uitleggen en opvoeden ver achter zich laat. Kunst dus.’

En daar ben je nooit te oud voor.

Drie recente lievelingsjeugdboeken

Ellen Raskin: Het spel van Westing

Beeld van Nieuwezijds

De excentrieke miljonair Sam Westing overlijdt en zestien potentiële erfgenamen worden bij elkaar geroepen. Hij blijkt vermoord! Door een van hen! De erfgenamen krijgen aanwijzingen en moeten in duo’s proberen uit te zoeken wie de dader is. De eerste die het raadsel oplost, krijgt het fortuin van Westing. Alles aan dit boek is geweldig, met heerlijke personages en een plot waar Agatha Christie een puntje aan zou kunnen zuigen. Ik ontdekte dit Amerikaanse kinderboek een paar jaar terug en heb net zo lang gezeurd over hoe jammer het was dat er geen Nederlandse vertaling bestond tot ik Dirk-Jan Arensman zo gek kreeg om het te vertalen. De Nederlandse versie is net verschenen.

Jaap Robben: Heel de wereld wordt wakker – Het beste van de moderne kinderpoëzie in 333 gedichten

Beeld van Gottmer

Voor deze bundel uit 2022 koos Jaap Robben gedichten die zijn verschenen na 1990. Het boek is verdeeld in vier delen, die niet per leeftijd geordend zijn, maar van toegankelijk (je leerde lezen, letter | woord | gedicht) tot abstracter (woorden die elke afstand kleiner kunnen maken). Robben maakte een verrassende selectie en plaatst gedichten zo bij elkaar dat ze naar elkaar lijken te knipogen. Soms zijn de gedichten grappig, zoals zoek de beer in het bos van Wim Hofman en soms zijn ze om heel stil van te worden, zoals Wat je moet doen als je moeder huilt van Edward van de VendelEn dan maakte Sebastiaan Van Doninck ook nog werkelijk prachtige illustraties bij elk gedicht. Dit boek geef ik graag cadeau aan vrienden, ook als ze geen kinderen hebben.

Bibi Dumon Tak: Vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de anaconda

Beeld van Querido

Dumon Tak kwam op het jaloersmakend goede idee om een compleet boek te schrijven in de vorm van spreekbeurten over dieren. En dan worden die spreekbeurten over dieren ook nog eens gegeven door andere dieren. Dumon Tak weet elk dier een eigen stem en karakter te geven en op de tekeningen van Annemarie van Haeringen zie je ze staan met hun spiekbriefje. De vroedmeesterpad die alles heel precies uitlegt, de kerkuil die de orde in de klas probeert te houden, de zenuwachtige heremietkreeft, de vos die steeds vraagt naar meer bloederige details en de regenworm die zijn spreekbeurt over de anaconda houdt omdat hij daar best een beetje op lijkt. Het boek verscheen in 2022.

Voor wie nog veel meer aanraders wil: De luisteraars van De Grote Vriendelijke Podcast kiezen elk jaar een top-100 van kinderboeken, die een mooie mix vormt van klassiekers en actuele titels.

Dit artikel verscheen op 2 augustus in de Volkskrant.